Op een dag in 1978 opende mijn moeder, hoogzwanger van mij, de deur voor een geloofsverkondiger. Deze handeling opende voor mijn moeder de deur naar hoop, veiligheid en geborgenheid. Niemand weet hoe de situatie was verlopen als ze de deur niet open had gedaan, dat blijft toch altijd maar gissen. Het was haar persoonlijke keuze zichzelf en haar kinderen te laten opnemen in een volledig nieuwe gemeenschap. Een gemeenschap van enerzijds samenhorigheid en anderzijds regels, structuren en opgelegde normen & waarden. Deze keuze wordt als kind voor je gemaakt, als je nog warm in de buik van je moeder ligt.

In zekere zin was het haar redding en geloof ik oprecht dat het haar veel hoop en houvast gegeven heeft. Ik had nooit verwacht dat ik ooit nog eens zou zeggen dat het wellicht ook mijn redding is geweest, maar wellicht niet op de manier zoals je zou verwachten.

Mijn geest was een onbeschreven blad, klaar om gevuld en ingekleurd te worden. Er was, zoals bij alle kinderen, geen referentiekader. Alles wat je wordt verteld, aangeleerd of voorgedaan is opvulling voor het lege blad. Er was voor mij niets raars aan geloven in God of Satan, demonen of bidden voor het eten. Als je gewend bent liederen te zingen of de bijbel te lezen, is het niets anders dan de input die je aanneemt, registreert en opslaat.

Het is wonderbaarlijk hoe makkelijk de menselijke geest te beïnvloeden, vormen of begrenzen is. Er zit oprecht een bepaalde kwetsbaarheid in de werking van ons denken. Gedurende het opgroeien en het vormen van mijn persoonlijkheid, ontstond een klein mensje. Wat ik geloofde was mij aangeleerd, net als mijn gedrag bepaald werd door de normen & waarden in de gemeenschap. Het bepaalde wie ik was en hoe ik dacht over de maatschappij en de wereld. Mijn ego was geboren, vanuit klei geboetseerd en klaar om haar gedachtegoed te verdedigen.

 

De keerzijde van samenhorigheid  

Een geloofsgemeenschap is een familie, het is met elkaar verbonden door hetzelfde geloof. Overtuigingen en gedragingen die je samen deelt zorgen voor een diepe verbinding. Je bent als broeders en zusters van elkaar, helpt elkaar in voor- en tegenspoed. Dit gevoel van samenhorigheid wordt nog eens extra versterkt omdat alleen geloofsgenoten elkaar begrijpen. Buitenstaanders  begrijpen de motivatie en logica van leven in geloof niet. Dus je kunt familie hebben, collega`s en vriendelijke buren, maar ze zijn niet daadwerkelijk je echte familie.

Dit sociale aspect is bijzonder aangenaam als je hulp nodig hebt omdat je ziek bent of met het vol laden van de verhuiswagen. Behulpzaam zijn, samen delen en vooral gedeeld leed zijn de warme deken van een liefdevolle, zorgzame familie.

De regels zijn bepaald, niet door de gemeenschap maar door God. Je helpt elkaar deze regels te volgen en waakzaam te zijn als een schaapje afdwaalt. Je doet dit ter bescherming, er zijn nu eenmaal vele verleidingen in de wereld.

Normaal gedrag was hetgeen past binnen de kaders van mijn al gevormde ego. Dat kader was veilig en bekend, als je daar buiten treedt ontstaat weerstand en een naar gevoel van schuld.

Een terechtwijzing, ongevraagd advies of de altijd aanwezige ogen van de sociale controle zijn niets in vergelijking met je schuldgevoel. Het is een onzichtbare grens, een perfecte manier om te blijven waar je bent.

 

Wat is geloof?

De jaren gingen voorbij en mijn puberbrein was nieuwsgierig en opstandig. Geloofde ik in God omdat ik dit vanbinnen voelde of was het geloof mij aangepraat?

Wat als mij iets anders was verteld als kind, was dat dan mijn waarheid geweest? Hoeveel invloed heb je dan eigenlijk op wat je gelooft of wat je belangrijk vindt? Was dat echt mijn mening of praatte ik gewoon iemand anders na?

Deze nieuwsgierigheid werd uiteraard opgemerkt en benaderd met zalvende woorden. Woorden vol waarschuwingen, druk en de allesoverheersende angst dat je buiten de groep komt te vallen. De gemeenschap is alles, daarbuiten was voor mij niets.

Is dat iets wat gemeenschappen of groeperingen weten en bewust inzetten? Is beïnvloeding van de massa wellicht het allerbeste middel om te sturen en te controleren? De massa heeft een vreemd soort macht, je wilt het niet kwijt en tegelijk verstikt het je.

Ondanks dat weglopen voelde als een groot leeg gat, was het geen optie om te blijven. Alles raakte ik kwijt, een familie die alleen onder bepaalde voorwaarden je familie is. Je mag deelnemen, als je de regels volgt. Het voelde als een immense bevrijding dat ik toch de keuze maakte weg te gaan, nu kon ik vrij zijn, ontdekken wat ik zelf geloof.

Dat bleek een grote illusie te zijn, de gedachte dat ik vrij was als ik mezelf bevrijdde uit de gevangenis van mijn geloof. Ik was niet meer daar, maar de onzichtbare grenzen van mijn schuldgevoel waren er nog altijd. Het geloof was niet daar in de gemeenschap, het was hier, in mijn eigen hoofd. Ik was een vogel die niet kon vliegen, gevangen door mijn beschreven blad.

 

Wie ben ik?

Mijn geprogrammeerde geest was de allersterkste gevangenis ooit. Het wekte in mij een enorme nieuwsgierigheid naar de werking van ons denken. Het was een hele ontdekkingsreis naar het terugvinden van de stilte. Ik wilde een onbeschreven blad, om te vullen met mijn eigen tekeningen. Het bleek een hels karwei.

Het leerde mij hoe beïnvloedbaar wij als mensen zijn. Hoe onze geest routinematig van alles opslaat en het zelden meer wijzigt. Vervolgens blijven we dit met anderen delen, we praten na wat we eerder hebben gehoord. Is dat wat ik zeg, doe en geloof dan wie ik ben?

Het is niet alleen de vraag: wie ben ik? Maar veel belangrijker: wie zijn wij?

Zijn wij wat ons is aangeleerd vanuit onze opvoeding, het onderwijs en onze cultuur? Wie heeft dan bepaald wat de waarheid is en wat de regels zijn?

Als het niet voor je was bepaalt, was deze waarheid dan nog steeds jouw waarheid?

 

 

Alarmbellen

Het leven was een aaneenschakeling van hoge pieken en diepe dalen. Gelukkig waren er de liefdevolle armen van een pleeggezin. Er ontstonden waardevolle vriendschappen en ik ging van MBO naar HBO, van studentenkamer naar een huis. Zelfs mijn intense bindingsangst wist ik uiteindelijk los te laten. Het was een helingsreis en met mijn man en kind vond ik eindelijk de rust waar ik altijd naar had verlangt.

Velen jaren later brak maart 2020 aan, met de zalvende woorden uit de mond van onze Minister President en Minister van Volksgezondheid. Een weeïg gevoel in mijn maag, een herkenning van lang geleden. Woorden die klonken als waarheid, maar voelden als een wurgslang.

Nee, het had mij jaren gekost mijn geest vrij te maken. De mooie lege bladzijde van mijn geest zou alleen gevuld worden met mijn eigen visie en waarheden. Dus ik stond aan de zijlijn, ik keek er naar en zag het schouwspel van de beïnvloeding. De meeste mensen totaal kansloos, opgesloten in het blad wat door anderen was vol geschreven en ze verdedigden het met hun leven.

Het was afschuwelijk om te zien, de waarschuwende reclames en het herhalen van holle frases. We doen het samen of je doet het voor een ander. Als je iets maar vaak genoeg herhaalt, dan wordt het vanzelf waar. Vertrouw de overheid, vertrouw de wetenschap. De media sloten de rijen en hetzelfde narratief ging de hele wereld over en trok oogkleppen over de ogen van de meeste mensen.

Ik voelde de angst die mensen hebben als ze op het punt staan hun veiligheid of vrijheid te verliezen. De constante mening van de massa, de afwijzing als je anders denkt.

De uitrol van de vaccinatiecampagne was en is niets anders dan de symbolisering van de macht over onze geest. Je gelooft dat het beschermt, je gelooft dat het veilig is, je gelooft dat je een bijdrage levert en dat je doet wat het beste is voor iedereen.

 

De gevangenis zonder muren

Wat je denkt, gelooft en voor waarheid hebt aangenomen is lang geleden al in je geest geplant, jij bent in zekere zin ook opgevoed in een beperkt geloof. Misschien zie je het nu nog niet of voel je het nog niet of merk je dat er iets niet klopt, maar weet je niet wat.

Het is niet een geloof in God, het is een geloof in de illusie dat je denkwijze door jezelf is geschapen. Je blad is al beschreven en als jij dat niet bewust hebt gedaan, hoe weet je dan wat je denkt?

De onzichtbare muren van de gevangenis worden steeds zichtbaarder, we zitten gevangen in geloof. De afname van onze vrijheid en de toename van regels, het is symbolisch de beperking van onze geest. We hebben de macht uit handen gegeven en voelen ons klein en machteloos.

De macht over de geest bepaalt het collectieve gedachtegoed, als je controle hebt over de massa, heb je controle op alles. Het is uitermate belangrijk om ons te gaan afvragen wie baat heeft bij controle van de massa. Wie bepaalt wat je gelooft?

Als vrijheid is wat we willen, betekent dit dat we onszelf moeten bevrijden van wat ons is aangeleerd, stap voor stap. Iets wat wij als collectief moeten doen, want onze geesten zijn gevuld met onwaarheden. Onwaarheden die zijn ingepakt in wetenschappelijk onderzoek, halve waarheden en zalvende woorden.

Misschien kwam het omdat ik ooit alles al had verloren, de diepe wond van afwijzing maar al te goed kende. Ik heb hard gevochten voor mijn vrijheid en uiteindelijk kreeg ik het resultaat van die lange moeizame weg, ik vond mezelf. Ik was al veel langer blij met het hervinden van mezelf, maar in 2020 en de jaren daarna, begreep ik dat pas echt.

Ik had mijn geest, mijn gedachten, mijn visies losgekoppeld van de massa. Ik had mijn eigen blad beschreven. Ik was een vogel die kon vliegen, boven de meningen, boven de angst. Dat kun jij ook, als je daadwerkelijk vrij wilt zijn.